Je stond in de paskamer van een kledingwinkel en je droeg een topje. Met je vinger gleed je langs de contouren van je lichaam. Sommige mensen vinden dat misschien sensueel klinken, maar er was niks sensueels aan als je goed keek. Het was niet aantrekkelijk. Het was het aftekenen van de lijnen die het lichaam definiëren waarin je huist. En je was er niet blij mee. Dat zei de diepe frons in je voorhoofd en de spierspanning in je armen, alsof je elk moment wilde gaan gummen. De lijnen opnieuw tekenen, en dit keer zonder wiebel in je hand. Grotere rondingen zou je tekenen, want dat is wat ze willen. Dat willen alle leuke jongens. En je zou je ogen blauw inkleuren en je haren blond. Je zou alles wissen. Alles zou beter zijn dan wat het was.


Als de wereld onder je voeten vandaan schuift, dan ga je - positief als je bent - zoeken naar geluk. Naar meetbaar geluk, want dat kun je vasthouden, als de waarheid waar de wetenschap graag mee pronkt: objectiviteit. Hoge cijfers en een laag getal op de weegschaal. Alsof er een negatief verband bestaat tussen lichaamsgewicht en geluk: hoe minder, hoe gelukkiger.


Het werd voorgeleefd door de vrouwen om je heen. Dat zeg ik niet om te wijzen, maar omdat jullie toevallig allemaal in dezelfde spiegel hebben leren kijken. Dat heeft niks met kwade intenties of schuld te maken. Je zag hoe je prachtige moeder het deed, vol afgrijzen kijken naar (en praten over) haar lichaam. De blikken en opmerkingen sneden dwars door alles heen. Toen bleek het laagje tussen je lichaam en je gevoel toch heel dun te zijn. Zij en al die andere mooie vrouwen zagen alleen maar weerspiegelingen van hun eigen onzekerheden als ze zichzelf aankeken in de spiegel.


En jij zag de weerspiegeling van het onzekere ook in alles. Je zag jezelf in alles, in de winkelruiten van je favoriete kledingwinkels; in de spiegel in de badkamer aan het einde van de dag als je net had gegeten; in de resultaten die je behaalde op school; in de kleine (o zo grote) letters op voedselverpakkingen. Alsof het ongeluk overal in graffiti-achtige letters of vormen stond gemarkeerd. Net achter je ogen, voor de beelden echt je brein bereikten. Als een intern filter.

Nee, het is genoeg. Het is niet zoals je vader zei: ‘Je hoeft je nóg geen zorgen te maken over dik zijn, je bent nog een kind.’ Als geruststellend antwoord op de vraag of hij je dik vond. ‘Nee, je hoeft je geen zorgen te maken, je bent een mens. Een mens met een belijning die precies goed genoeg is. Alles is al goed.’ Dat zeg ik je nu.


Daar kan een getal op de weegschaal van alles over zeggen. Maar zie dat gewicht als de kracht die het is. De zwaartekracht die op je lichaam drukt, waardoor je op deze aarde kunt wandelen, rennen, springen, liefhebben, dansen, zingen, lachen, schrijven. Het is kracht. Fysieke kracht om van te leven. Hang aan die gedachte maar heel veel gewichtjes.


— Notities aan mijn jongere zelf (& aan alle mooie mensen, iedereen dus).

Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag of een opmerking?

Dan mag je altijd een berichtje via Instagram DM sturen. Liefs, Jinte